Beestige speeltips!
Hieronder vind je enkele leuke spelletjes die je kan spelen met je mini thuis of op verplaatsing. Heb je zelf leuke ideeën? Laat het ons zeker weten. Stuur een mailtje naar info@huppatee.be of tag ons op Instagram/Facebook. Misschien komt jouw tip ook hier tussen te staan en inspireer je andere met je creativiteit.
De Paaszoektocht
Kom je mee eitjes zoeken?
Dit heb je nodig:
– onze gratis Paaszoektocht print
– 9 eitjes
– Lijm of wit stickerpapier
– Schaar
Eventueel:
– Kruiden of groenten om de eieren te kleuren
(zoals kurkuma, koffie, blauwe bes,..)
Zo begin je eraan:
Breng water met een scheutje azijn aan de kook. Leg de eieren voorzichtig in het water en kook ze 10 minuten. Laat de eieren schrikken in koud water en laat ze afkoelen.
Breng per kleur 500ml water, 2 eetlepels specerijen en 1 eetlepel azijn aan de kook en laat minstens 15 tot 30 minuten zachtjes pruttelen. Giet het mengsel in een kom en laat afkoelen tot kamertemperatuur. Leg de eitjes in de kom, zorg dat ze helemaal ondergedompeld zijn in het mengsel. Zet de kom een nachtje in de koelkast. Vind je de kleur nog niet diep genoeg, laat de eieren dan drogen en leg ze nog een tweede keer voor een paar uur in de kleurstof.
Knip tot slot de zoekkaart uit.
Voorbereiding van de zoektocht:
Verstop de eitjes op de gekste plekken; tussen bloemen, in een bootje op het water,… Laat je innerlijke kind helemaal gaan! Leg de zoekkaart zo dat deze goed in het zicht ligt van je enthousiaste spoorzoeker. Zo, nu ben je helemaal klaar om aan het paasavontuur te beginnen. Geniet van de zoektocht, en van de schitteringen in de oogjes je enthousiaste mini!
De gedachtevlinder!
Dit heb je nodig:
– de gedachtevlinder print
– schaar
– lijm
– naald (dik met scherpe punt)
– garen of dun touw
– een aantal vellen (gekleurd) papier
– plakband
– meetlat
Zo begin je eraan:
– Download de gratis print en druk het af. Knip vervolgens de illustraties uit.
– Leg de vleugels op een (gekleurd) vel papier en teken ze na.
– Leg dit vel bovenop de andere vellen papier en knip uit. Zorg ervoor dat je de pagina’s stevig vasthoud tijdens het knippen zodat ze niet verschuiven. Je kan de stapel ook in twee of meerdere delen verdelen, en de vleugels hierop tekenen zodat het makkelijker knipt.
– De geïllustreerde vleugels houden we nu even aan de kant. Leg de uitgeknipte vleugels mooi op elkaar en plooi ze dubbel in het midden.
– Op deze plooilijn gaan we 6 puntjes tekenen. Zorg ervoor dat er 5 mm tussen elk gaatje zit.
– We gaan nu voorprikken; neem de naald en prik een gaatje op de plek waar je puntjes getekend hebt. Zorg ervoor dat alle vellen mooi op elkaar liggen en dat ze niet verschuiven.
– Tijd om de pagina’s aan elkaar te naaien; steek de draad door de naald en prik doorheen de stapel van boven naar onder zodat je het uiteinde van de draad met je duim kan tegenhouden. Prik nu afwisselend in ieder gaatje zodat je een zigzag patroontje hebt. Eindig aan de zelfde kant zodat je de twee uiteindes aan elkaar kan knopen (of vastkleven met plakband) Om het extra stevig te maken kan je ook een knoopje maken aan elk uiteinde voordat je het met plakband gaat vastkleven. Het binnenboekje is nu klaar.
– Kleef de twee vlinder lijfjes aan elkaar (wij hebben oranje prit gebruikt omdat de andere op was, maar witte/doorschijnende prit zorgt voor het mooiste resultaat). Passen ze door het uitknippen niet helemaal op elkaar, knip ze dan een beetje bij.
– Maak een klein gleufje (net breed genoeg om het strookje van het lijfje door te steken) in het midden van de geïllustreerde vleugels.
– Steek nu het strookje van het lijf er doorheen en plooi om.
Lijm vast aan één zijde van de vleugel.
– Smeer lijm op de gehele binnenzijde van de geïllustreerde vleugels, ook op het net vastgekleefde strookje.
– Plak de eerste pagina van het binnenboekje vast aan de vleugels. Doe dit ook aan de andere zijde. Druk goed aan.
– Knip bij waar nodig.
– Je bent helemaal klaar en hebt zonet zelf een boekje gemaakt!
Een BIJzzzonder frame!
Leer meer over de Vierkleurige koekoekshommel met deze gratis print met DIY.
Dit heb je nodig:
– kader (of een satéstokje)
Zo ga je te werk:
Bos expeditie!
De letterslang!
Zo speel je:
Download en print de slang op papier en knip de kop en staart uit. Je kan ze ook leuk inkleuren. Leg ze vervolgens op tafel.
Trek blindelings een dierenkaart uit de stapel en leg deze tussen de kop en de staart van de slang. De laatste letter van het dier op de getrokken kaart is de eerste letter van het volgende dier dat je moet zoeken. Leg de gevonden kaartjes naast elkaar tussen de kop en de staart van de slang zodat je een echte letterslang vormt. Probeer een zo lang mogelijke slang te maken. Je kan elkaar gerust helpen bij het zoeken naar de letters voor de slang. Vind je geen volgende letter meer? Dan is de volgende speler aan de beurt. Vergeet zeker de kaartjes die je hebt gevonden niet te tellen. Hiermee bepaal je later de winnaar.
De volgende speler mag de kaartjes opnemen en schudden. Daarna trekt hij/zij de beginkaart. Nu is het aan hem of haar om een zolang mogelijke slang te vormen tussen de kop en de staart.
De winnaar is diegene die de langste slang heeft kunnen maken.
Voorbeeld: Je beginkaart is aaP. De volgende kaart is PinguiN en dan Neushoorn. Omdat de laatste letter van neushoorn ook een N is zit je vast en eindigt hier jouw beurt. Je hebt 3 kaartjes gevonden en dus 3 punten gescoord. Nu is het aan de volgende speler.
Zoo bingo!
Zo(o) speel je:
Begin je wandeling in de zoo. Stop bij het eerste dier dat je wilt bewonderen. Laat je mini zoeken tussen de kaartjes. Vind je het dier terug? Ja? BINGO! Neem een foto van je mini met het kaartje en het dier als bewijs van je zoektocht. Zo kan je op het einde van de dag tellen hoeveel dieren je gevonden hebt. Het is ook een toffe herinnering aan je leuke dag.
Hoeveel dieren kan je vinden? Ons record staat op twaalf 🙂
Welk dier is het?
Zo speel je:
Leg alle kaartjes open met de dieren zichtbaar. Verzamel alle speelfiguren en leg ze bij elkaar. Ga alle kaartjes één voor één af en laat je mini hetzelfde dier tussen de speelfiguren zoeken. Je kan het gevonden dier op het passende kaartje zetten en de naam van het dier vermelden. Zo kan je mini de namen van de dieren leren en dezelfde dieren herkennen.
Wie zoekt die vindt!
Zo speel je:
Stapel alle kaartjes op elkaar. Leg de zoekprent ernaast. Draai telkens één kaartje per keer om. Kan je mini het dier aanwijzen op de zoekprent? Ga zo door tot alle dieren gevonden zijn.
Lettervreters!
Zo speel je:
Doe alle letters in een bakje. Trek een kaart naar keuze uit de set en leg ze goed zichtbaar op tafel. Je mini kan nu op letter zoektocht gaan in het bakje. Kan hij/zij dezelfde letters vinden? Iets grotere kinderen kunnen op deze manier de naam van het dier spellen.
Om het spel extra leuk te maken gebruikten wij een vergrootglas om de letters beter te bestuderen.
Welk dier is er weggelopen?
Zo speel je het: trek 5 kaarten – meer of minder kan zeker ook, zo pas je de moeilijkheidsgraad aan – uit de stapel en leg ze met de illustraties naar boven. Overloop samen welke dieren er zijn. Dit kan je een paar keer herhalen. Laat je mini een keertje rond de tuin lopen of zijn ogen eventjes sluiten. In tussentijd neem je één van de vijf kaartjes weg en leg je het wat verderop met de illustratie naar beneden. Hierna mag je mini raden welk dier er weggelopen is en mag je mini het verloren dierenkaartje gaan zoeken.